Antieke tegeltjes herkennen: waar let je op?
Antieke tegeltjes hebben een uitstraling die meteen iets vertrouwd en huiselijks oproept, maar dat maakt het herkennen ervan niet eenvoudiger. Een tegel die op afstand oud lijkt, kan van dichtbij verrassend modern blijken. Toch zijn er duidelijke kenmerken die je helpen om authenticiteit te beoordelen. In dit artikel lopen we er stap voor stap doorheen, zodat je meer zekerheid krijgt wanneer je tegels zoekt voor een verzameling of als decoratie in huis. Wie daarna verder wil lezen over combineren in het interieur, vindt op dantan.nl ook inspiratie binnen de rubriek vintage decoratie.
Het materiaal: glazuur, scherf en craquelé
De basis van de herkenning begint bij het materiaal. Nederlandse antieke tegels zijn bijna altijd afgewerkt met tinglazuur. Dat witte, licht melkachtige glazuur bedekte de roodbruine klei volledig, zodat de schilder een helder oppervlak had. Bij oude tegels vertoont dat glazuur een natuurlijk netwerk van fijne barstjes. Het craquelé is onregelmatig en volgt geen vast patroon; het ontstaat door eeuwen van temperatuurschommelingen. In moderne tegels ontbreekt dat meestal of is het kunstmatig aangebracht, vaak te symmetrisch om overtuigend te zijn.
Ook de klei vertelt veel. Bij 17e-eeuwse tegels is de scherf meestal grover, met zichtbare zanddeeltjes die door de mal heen komen. In de 18e eeuw wordt de klei iets verfijnder, maar nog steeds duidelijk handmatig gevormd. De achterzijde van een moderne reproductie is vaak opvallend glad, egaal van kleur en soms voorzien van een fabrieksstempel. Het is dus de moeite waard om altijd even om te draaien: de achterkant verraadt vaak meer dan de voorstelling aan de voorzijde.
Formaat en dikte
Hoewel 13 bij 13 centimeter vaak als standaardmaat wordt genoemd, komt dat in de praktijk zelden exact overeen. In de 17e eeuw varieerde het formaat sterk, soms zelfs binnen één partij tegels. Een lichte scheefstand of een hoek die net wat dikker is, hoort daarbij. De 18e eeuw laat gemiddeld regelmatiger maten zien, maar ook daar blijft variatie gebruikelijk. Pas bij moderne reproducties wordt het formaat opvallend consequent. Dat geldt ook voor de dikte: oude tegels verschillen zichtbaar, terwijl nieuw werk uniformer is. Juist dat kleine beetje “ongemak” in vorm en maat hoort bij een authentiek exemplaar.
Hoekmotieven
Een van de meest herkenbare onderdelen van Nederlandse tegels zijn de hoekmotieven. Ze lijken soms een soort versiering zonder functie, maar ze helpen enorm bij het dateren. Schilders zetten ze in een paar snelle penseelstreken neer, waardoor ze nooit helemaal identiek zijn. In de 17e eeuw kom je vaak ossenkoppen tegen, kleine florale vormpjes die met losse hand zijn weergegeven. Later zie je spinnenkopjes en sierlijke boogjes, vooral uit werkplaatsen in Harlingen en Makkum. De 18e eeuw kenmerkt zich vaak door elegante, ranke hoekstrepen die uitlopen in een krul. Deze details zijn zelden strak of volledig symmetrisch; juist dat maakt ze echt. Bij veel reproducties zijn de hoekjes te regelmatig of té scherp aangebracht, alsof er een sjabloon is gebruikt.

Kleurgebruik: blauw, mangaan en polychroom
Het beroemde Delfts blauw is natuurlijk het bekendste, maar kleurgebruik biedt veel meer handvatten om ouderdom te bepalen. In de 17e eeuw varieert de intensiteit van het blauw sterk, omdat het pigment soms iets uitliep in het glazuur. Dat geeft een zachte, wat wolkige rand aan lijnen. In de 18e eeuw wordt het blauw doorgaans rustiger en verfijnder, maar nog steeds met duidelijke nuances. De paarse tint van mangaanpigment is eveneens belangrijk. Oud mangaan reageert op het glazuur en krijgt daardoor een licht diffuse uitstraling, terwijl moderne tegels een strakkere en helderdere kleur hebben.
Polychrome tegels zijn vaak 18e-eeuws. De gele en groene pigmentschakeringen zijn meestal iets matter dan wat je in hedendaagse reproducties ziet. Nieuwe tegels hebben vaak opvallend felle kleuren die te weinig interactie met het glazuur tonen. De manier waarop de pigmenten met het glazuur zijn versmolten, verraadt dus veel over de ouderdom.

Voorstellingen: wat je ziet, vertelt iets over de tijd
De onderwerpen op antieke tegels waren sterk verbonden met het dagelijkse leven. Kinderspelen zijn een goed voorbeeld. In de 17e eeuw zijn ze hoekig, bijna stripachtig van stijl, met spontane contouren. In de 18e eeuw worden de figuren rondere, elegantere vormen. Scheepstegels zijn een ander typisch thema. Rotterdams werk uit de 17e eeuw toont vaak simpele maar karaktervolle schepen, neergezet met snelle, schetsmatige lijnen. Ook Bijbelse scènes zijn veelvoorkomend, vooral in de 17e eeuw. De bijschriften volgen oude afkortingen en zijn vaak met enige variatie geschreven. Moderne tegels kopiëren dat soms, maar de gezichten en verhoudingen ogen dan opvallend netjes of gestileerd.
Dieren en landschappen zijn eveneens herkenbaar aan hun eenvoud. Oude schilders werkten snel, waardoor lijnen soms onderbroken zijn of figuren een beetje uit proportie kunnen zijn. In nieuwe tegels is die spontaniteit moeilijk te imiteren; de hand van een moderne schilder of druktechniek is vaak te precies.
Schildertechniek
Bij antieke tegels zie je altijd sporen van handwerk. De kwaststreek varieert, de inktsterkte is niet overal even sterk en onregelmatigheden vallen op als je goed kijkt. Schilders maakten soms tientallen tegels met vergelijkbare motieven op één dag, wat resulteert in een losse stijl die herkenbaar is maar nooit exact wordt herhaald. Een reproductie verraadt zich vaak door té strakke of zeer gelijkmatige contouren, of door motieven die exact identiek zijn binnen dezelfde serie.
Ouder worden: slijtage en gebruikssporen
Tegels hebben eeuwenlang in keukens, schouwen en gangen gefunctioneerd, en dat laat sporen na. Een authentieke tegel kan verkleuring door rook, kleine chips langs de randen of oude kalkresten op de achterkant hebben. Dat zijn geen gebreken, maar juist aanwijzingen dat de tegel een lange levensweg heeft gehad. Tegels die er té gaaf uitzien, kunnen nog steeds oud zijn, maar het is verstandig om extra aandachtig naar het materiaal en het glazuur te kijken. Ook restauraties komen voor. Soms is dat subtiel gedaan en nauwelijks zichtbaar, maar moderne overglazuur-restauraties hebben een te glad oppervlak of een glans die niet overeenkomt met het originele tinglazuur.
Regionale stijlen: van Harlingen tot Rotterdam
Nederland kende meerdere centra waar tegels werden geproduceerd, elk met een eigen karakter. Harlingen en Makkum staan bekend om hun verfijnde 18e-eeuwse schildering, zachte kleuren en sierlijke hoekmotieven. Rotterdam had in de 17e eeuw een sterke productie van scheepstegels en stoerdere, diepblauwe schilderingen. Amsterdam valt vaak op door zijn kinderspelen en eenvoudige figuurtjes met veel charme. Wie zich wat verder verdiept in deze regionale verschillen, herkent steeds sneller waar een tegel waarschijnlijk vandaan komt. Een vergelijkbare passie voor kleine objecten vind je ook terug op onze pagina over miniaturen, waar veel verzamelaars graag inspiratie opdoen.
Reproducties: hoe zie je dat iets niet oud is?
Reproducties hoeven niet slecht te zijn, maar ze moeten wel herkenbaar blijven. Veel nieuwe tegels verraden zich door hun gladde en vrijwel perfecte glazuur, felle kleuren en precies herhaalde patronen. De hoekmotieven zijn vaak te strak of met een vaste vorm geschilderd. Ook de achterkant van nieuwe tegels is meestal opvallend egaal of voorzien van fabriekscodes. In sommige gevallen is een reproductie van hoge kwaliteit en zelf weer interessant voor verzamelaars, maar het blijft belangrijk te weten dat je met later werk te maken hebt.

Aankoopadvies: kijken, vergelijken en vertrouwen op de details
Wie tegels wil kopen, doet er goed aan altijd de achterkant te bekijken en het formaat te controleren. Variatie wijst vaak op handwerk en dus op ouderdom. Het is verstandig om te vergelijken met voorbeelden in museale online collecties, zoals die van het Rijksmuseum of Keramiekmuseum Princessehof. Koop je duurdere tegels, dan is een gespecialiseerde handelaar meestal de veiligste keuze. En wanneer je tegeltjes in huis wilt gebruiken, kies dan voor een manier van bevestigen die het materiaal respecteert. Vermijd moderne cementlijmen en overleg liever even met een restaurator of kenner. Bekijk ook onze collectie van antieke en vintage tegels. Of kom meer te weten over de geschiedenis van de tegel.
Bronnen (APA)
Keramiekmuseum Princessehof. (z.d.). Collectie tegels. https://princessehof.nl
Rijksmuseum Amsterdam. (z.d.). Collectie Nederlandse tegels. https://www.rijksmuseum.nl
Van Dam, J. D. (2004). Nederlandse tegels: 1570–1930. Waanders Uitgevers.
Franken, H. J. (1972). Dutch Delftware Tiles. A. Balkema.
Korf, D. (1984). Tegels: Nederlandse tegels en tegeltableaus. Terra.